Universeel lekker

Sam en kippenhartjes

Ik lust bijna alles. Vlees natuurlijk, en brokjes, en doordat Truus wat avontuurlijker is dan ik heb ik zelfs groente leren eten. Ik dacht altijd: groenvoer, dat is voor mindere wezens. Maar daar ben ik op teruggekomen. Dat lange ding dat komkommer heet, en worteltjes, en paprika – die dan ineens weer niet groen is – zijn prima te genieten.

Het is dus niet zo dat voedsel eenvoudigweg valt te verdelen in ‘lekker’ en ‘niet lekker’. Mijn persoonlijke geschiedenis met groente laat dat zien. Als je je maar openstelt voor het nieuwe, kan wat op het eerste gezicht vreselijk schijnt best meevallen. En er is ook nog zoiets als voorkeur. Truus kun je bijna alles voorzetten. Ik zie mezelf toch meer als een fijnproever. Truus weet niet beter. Dacht ik.

Nou had mama laatst een Nieuw Vlees meegenomen. Kippenhartjes. Heerlijk. Kip, daar lust ik wel pap van. Als ik een levende kip tegenkom en ik heb de kans – geen tuigje, geen lijn – maak ik er persoonlijk gehakt van. Hartjes, velletjes, maakt mij niet uit, kip, hmmm! Maar Truus haalde de neus ervoor op en ging weer in de zon op het stoepje liggen. Ik zeg: ze weet niet beter. Zij zal waarschijnlijk zeggen: ik ben een fijnproever, Sam is gek, die vreet een drie maanden oude tampon op en kijkt dan nog steeds alsof hij de weg, de waarheid en het leven heeft gevonden.

Mag zij vinden. Ik weet heus wel wat lekker is. Maar universeel lekker bestaat niet.

Aanbevolen artikelen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *