Is er nooit competitie tussen jou en Truus om het eten, willen lezers weten.
Welzeker.
Het gaat er nooit echt onvriendelijk aan toe en we respecteren elkaars bakken, maar we weten allebei waar Abraham de mosterd haalt (dit is een mensenuitdrukking; Abraham ken ik niet en mosterd ook niet). Dus waar het eten is, daar zijn wij, en soms is twee teveel.
Vandaag bijvoorbeeld. Mama en papa hadden brood gegeten op de bank en aan het eind willen Truus en ik dan allebei de hand likken, want daar zitten kruimels aan en sporen van het lekkers dat mensen op brood doen. Dus ik neem een aanloop en spring naast papa op de bank, en uit een ooghoek zie ik hoe Truus, op de vloer nog, precies op hetzelfde ogenblik papa’s hand in de bek neemt en fanatiek begint te likken.
Kun je daar wat van zeggen? Misschien, maar uiteindelijk is de harde waarheid dat Truus me op dat moment te slim af was.
Dat soort slimmigheid leert ze van mij, vrees ik.
Aan de andere kant ben ik het altijd die op de loer ligt om de laatste restjes uit de bak van Truus te likken als ze even niet oplet. Ik zeg: slapen doe je ’s nachts.