Als we ’s avonds de deur uitgaan, lopen we de stad in. Daar is een wonderbaarlijke, doorzichtige muur, waarvan ik de verleiding niet kan weerstaan. Ik kan het al van ver ruiken: allemaal heerlijke vlezen. Maar als we er staan, is er niets. Op de stoep is niks te vinden en als je naar binnen kijkt, zie je alleen maar lege bakken.
Mama zegt dat dit slager Van Vliet is. Slager Van Vliet is voor mij een groot raadsel. Als ik thuis een brokje ruik of een kruimel en ik doe goed mijn best, dan vind ik altijd een brokje of een kruimel. Hier ruik ik vlees, maar hoe ik mijn best ook doe, ik vind geen vlees.
Het lijkt wel toverij. Het gebeurt niet alleen bij slager Van Vliet. Ik kan het ook ruiken als Truus ergens net langs is gekomen, of als er een vreemde hond aankomt om de hoek van de straat, of als papa al thuis is wanneer wij terug komen van de wandeling. Je ruikt iets dat er niet is. Wat is het, geur? Hangen er soms onzichtbaar kleine stukjes vlees of Truus of papa in de lucht, en zou het kunnen zijn dat het die stukjes zijn die ik niet proef of zie, maar ruik?