Omdat alles hier zo anders is nog maar een bericht van onze nieuwe plek. Waar we normaal wonen, staan heel veel huizen bij elkaar en in sommige van die huizen kun je eten krijgen. De verdeling van het voedsel verloopt heel geordend. Je hebt kleine voedselhuizen waar je meestal één soort eten kunt krijgen – dus óf brood, óf vlees, óf kaas – en grote, waar je heen kunt voor alle soorten eten bij elkaar. Waar we nu zitten, staan wel een paar huizen, maar in geen ervan kun je voedsel krijgen. Om aan eten te komen, moeten we dus elke keer in het rijdende huisje, een stuk rijden en dan, meestal aan de rand van een verzameling huizen, staat ergens een enorme witte doos met alle soorten eten bij elkaar. Dan laden mama en papa de achterbank vol lekkers, rijden we terug en kunnen we weer een tijdje vooruit.
Een ritueel dat ik van thuis niet ken, is eten klaarmaken in de tuin. Dat doen mama en papa als het buiten erg warm is – beetje gek, binnen is het dan juist lekker koel. Mama stookt een vuurtje in een grote ronde pan en legt grote lappen vlees op een rooster, terwijl papa het groenvoer klaarmaakt waar mensen niet zonder lijken te kunnen.
Truus en ik krijgen net wat vaker dan thuis een restje of mogen een kom uitlikken. Ik vind het nog niet zo makkelijk uit te leggen waar hem dat in zit, maar het eten smaakt anders dan thuis. Zit het hem in het vlees? Is het iets anders? De avontuurlijke smaak van het onbekende?
Tot slot nog even over het slapen. Mama heeft onze manden meegenomen in ons rijdende huisje. Dus het slapen is in deze vreemde omgeving nog enigszins vertrouwd. Gisteren ontdekte ik dat papa’s spullen, die bij elkaar op een hoop liggen, samen een prima bed vormen. Maar papa wou het niet hebben, zodat ik toch maar weer in de mand ben gekropen. Ook een mens heeft recht op zijn eigenaardigheden.