Mijmeringen over communicatie

Sam laat zien dat hij niet uit wil

Mag ik van mijzelf zeggen dat ik me verbaal bovengemiddeld kan uitdrukken? Ik denk van wel. Door te blaffen kan ik bijvoorbeeld duidelijk maken dat anderen – honden vooral – moeten wegwezen, dat met mij niet te spotten valt of dat ik graag uit wil. Om gevoelens uit te drukken als tevredenheid of onbehagen staat mij een reeks van andere geluiden ter beschikking. Het lichaam doet als vanzelf mee; het grommen, als voorstadium van toehappen, gaat bijvoorbeeld niet zonder het optrekken van de bovenlip.

Maar dat alles is onvoldoende om mijn gedachten fatsoenlijk over te dragen op de mensensoort. Als ik papa en mama eens beter duidelijk kon maken wat ik wil, zou ik denk ik beter worden gevoed. Neem dat vieze poeder in mijn eten. Less is more, zou ik hen willen toeroepen, maar ik kan enkel mijn neus optrekken.

Papa en mama doen dat anders. Zij bedienen zich van veel meer klanken dan ik om duidelijk te maken wat ze willen. Een opeenvolging van verschillende klanken staat voor een ding of handeling: ‘brokje’ bijvoorbeeld, of ‘lopen’. Voorzover ik het zie, betekent elke unieke combinatie van klanken iets anders. De variatie is bijna eindeloos. Combinaties van klanken zijn er voor alles, ook voor dingen die geen zichtbaar nut hebben.

Het is best indrukwekkend om te zien hoe papa en mama, al klanken uitstotend, samen tot dingen komen. Dat zie ik Truus en mij samen nog niet doen. Tegelijk is het aandoenlijk om te zien hoe papa nerveus kan zijn of boos zonder dat mama het merkt, terwijl ik het allang geroken heb.

Aanbevolen artikelen

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *