Er loopt een nieuwe hond in huis, een reu. Mama noemt hem Magique. Hij is veel groter dan Truus en ik, maar lijkt zich dat niet te realiseren. Hij moet zijn plek nog vinden in huis, hij loopt nerveus in het rond. Het liefst wil hij bij mama op de bank. Hij zoekt steun bij haar. Een ongevaarlijke sukkel, ondanks zijn postuur. Ik heb weinig van hem te duchten. Karakter wint altijd.
Grote hond = grote etensbak. Magique krijgt zijn eten tegelijk met Truus en mij. Magique is een kieskeurige eter. Hij snuffelt eens aan het gebodene, pakt aarzelend een brokje op met die grote bek van hem, besluit het weer neer te leggen. Mama moedigt hem net zolang aan tot hij toch gaat eten. Meestal gaat dat in etappes. Beetje eten, stoppen, aansporingen van mama, weer een paar hapjes, en zo naar het einde.
Vaak blijft er toch iets over. Net als bij Truus lig ik klaar om toe te slaan en de bak uit te likken. Net als bij Truus steekt mama daar meestal een stokje voor. Bovendien staat de bak van Magique hoger, omdat hij zoveel groter is. Kansloze missie dus. Maar ik blijf het proberen, het is sterker dan ik.
Ik ken Magique van het uitgaan. Op straat komen we hem soms tegen met zijn mens Ronald. Ronald is heel dun. Die eet vast niet genoeg. Misschien kan mama hem ook eens aanmoedigen.