Het is alsof alles zich herhaalt. Het is steeds korter licht en steeds langer donker. Het bollenhuis is er weer. En een tijdje terug kwam ik ineens ook de man met de witte baard weer tegen die altijd maar wat op zijn paard zit te niksen en zijn gekleurde metgezellen al het werk laat doen.
Als je het allemaal een paar keer hebt zien gebeuren, begin je patronen te zien. Bijvoorbeeld dit: elke keer als het korter licht begint te worden, vallen de bladeren van de bomen. En soms ook andere dingen. Vanochtend, tijdens de wandeling, vond ik tussen de bladeren een glimmend, bruin bolletje. Voor de zekerheid zette ik de tanden er in en begon moeizaam te kauwen.
Was het lekker, wilt u vast weten. Nou, om eerlijk te zeggen, het was maar zo zo. Eigenlijk dacht ik: waarom eet ik dit? Papa wilde het nog ruilen voor een stukje kip uit het snoepzakje. En ik, met mijn stomme kop, weigerde! Zelf gevonden maakt rauwe bonen zoet. Dat is een mensengezegde, maar u weet vast wel wat ik bedoel.