Besta ik, of bestaat alles?

Sam in zijn mandje

We zijn weer in ons echte huis. Met echt bedoel ik: het huis waar we bijna altijd zijn, dus niet het huisje in vreemdland.

Het is altijd weer een mooi moment als je terugkomt in je echte huis. Het is een stuk rijden. Dan gaat de achterklep van het rijdende huis open. Je ruikt eens: iets bekends! Meteen is er de opwinding. Is alles er nog? Het huis? De tuin? De bank? Opoe Velletje? Die rothond van de buren? En ja hoor, het is er allemaal nog.

Of moet ik zeggen: het is er allemaal weer?

Dat lijkt misschien aan rare vraag. Het komt van die plaatjes waar ik de vorige keer over schreef, die plaatjes die mensen van zichzelf maken voor een hoop stenen. Dan gaan ze weer weg, en dan staan ze dus niet meer bij die hoop stenen, maar het plaatje bestaat nog wel.

Zoiets zet je aan het denken. Bestaat iets nog als je het niet meer ziet? Je weet het niet, en je kunt het ook niet weten. Als papa weg gaat en ik kijk nog even om, dan zie ik hem nog steeds. Maar is hij eenmaal de hoek om of besluit ik dat het mooi is geweest met dat kijken, bestaat hij dan nog steeds? Ik denk van wel, want later duikt hij weer op, maar wéten doe je het niet. Misschien bestaat papa alleen maar op de momenten dat hij er voor mij is. En misschien geldt dat ook wel voor ons echte huis. In dat geval ben ik het middelpunt van alles.

Aanbevolen artikelen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *